Schrijven, een kunde en een kunst

Vooruitlopend op de zomertentoonstelling ‘Vive la Plume!’ (Leve de Pen!) in het Betje Wolff Museum nam oud-schrijfdidacticus en auteur Julius de Goede ons mee naar de 18e en 19e eeuw. Schrijven met de hand was toen niet zo maar een vaardigheid ten nutte van het alledaagse leven, maar ook – zelfs voor schoolkinderen – een zeer gewaardeerde kunst. Hoe werd die kunde en kunst op het Noord-Hollandse platteland aangeleerd? Wat moeten we ons voorstellen bij het schrijfonderwijs alhier en in andere polders? Rommelden de onderwijzers maar wat aan of kunnen we ons een voorstelling maken van de kwaliteit van het (schrijf)onderwijs?

De lezing liet ons niet alleen kennis maken met het onderwijs in en de resultaten van het schrijven in onze streken, maar ook met de Noord-Hollandse onderwijzersfamilie Kwantes die van de Schermer tot op Texel meerdere generaties actief is geweest. Julius de Goede heeft onderzoek gedaan naar deze tak van zijn eigen familie en heeft daarover gepubliceerd, onder andere in het mooie blad ‘Poldervondsten’. Maar hij is ook graficus en schrijfdidacticus aan een kweekschool/PABO geweest, ontwikkelde zelf verschillende schrijfmethoden en kan uit eigen ervaring vertellen hoe het schrijfonderwijs in de moderne pedagogiek langzaam is weggezakt.

Is schrijven met de hand nog wel van deze tijd? De spreker dringt u geen mening op maar heeft wel laten zien dat een vroeger zeer gewaardeerde vaardigheid, die soms uitblonk in kunst, verloren is gegaan.
Vanaf 1 mei is de zomertentoonstelling in het Betje Wolff museum te bewonderen.