Hoe zit het nou echt … ?

manhattan1660In de loop der jaren zijn er enkele hardnekkige misverstanden betreffende de geschiedenis van de Beemster ontstaan, die we geregeld in de media zien opduiken. Middels deze pagina wil het Historisch Genootschap Beemster, afd. Beemster Erfgoed, auteurs en sprekers helpen om feitelijke onjuistheden, ongefundeerde aannames en discutabele beweringen te herkennen en daardoor te vermijden.

Kom af en toe terug naar deze pagina, wij zullen nog meer onderwerpen uitwerken en toevoegen.


1. “Het stratenplan van Manhattan (USA) is gebaseerd op de Beemster”

Enkele bronnen:
“… het stratenpatroon van het New Yorkse eiland [Manhattan] is afgeleid van de verkaveling in de Beemster … Wie de kaarten van de Beemster en Manhattan naast elkaar legt ziet de overeenkomsten.”
Bron: Manhattan in de Beemster, art. in Informatiekrant nr. 5, mei 2011, uitg. Stichting Beemster 400 jaar.

“Een medewerker van het Betje Wolffmuseum in Middenbeemster beaamt dat het stratenpatroon van Manhattan is afgeleid van de verkaveling in de Beemster. Wat tijd betreft zou het kunnen. De Beemster is in 1612 drooggevallen en daarna ingericht. De eerste Hollandse kolonialisten kwamen in 1625 in de buurt van Manhattan aan.
Wie een kaart van de Beemster naast die van Manhattan legt, ziet overeenkomsten. Second en Eighth Avenue liggen bijvoorbeeld ongeveer twee kilometer uit elkaar, en daartussen lijkt het stratenpatroon op het patroon van sloten in de Beemster.”
Bron: Patroon van de Beemster is nog zichtbaar in Manhattan, art. door Marc van de Broek in de Volkskrant, 29 juli 1998.

Bekijk een luchtfoto van Manhattan van het Nationaal archief.

“Peter Stuyvesant heeft het wiskundige stratenplan van de Beemsterpolder als voorbeeld gebruikt bij de ontwikkeling van de wegenstructuur in New York.”
Bron: Feestkrant Beemster 400 jaar, maart 2012.

De feiten:
Het raster van de Beemster bestaat uit zuivere vierkanten van 100 Rijnlandse morgen, dus met zijden van 248 Rijnlandse roeden (934 x 934 m) hart-op-hart van de wegen en tochtsloten.
Manhattan bestaat echter voor een groot deel (maar lang niet volledig!) uit rechthoeken van ca. 230 x 75 m (5 acres?), op de korte zijde is de bebouwing 200 voet (61 m) lang, de straten liggen tussen die blokken. De enige overeenkomst die wij zien is het patroon van elkaar haaks kruisende wegen, en van zo’n patroon zijn andere voorbeelden te vinden die dateren van voor de droogmaking van de Beemster.

Hieronder hebben we ter vergelijking twee kaartfragmenten (Google Maps) onder elkaar gezet. Boven het rustgevende vierkantenraster van de Beemster, onder het drukke rechthoekenraster van Manhattan, beide op hetzelfde zoomniveau.

beemster200m

manhattan200m

Onderzoek:
Wij hebben nagevraagd waarop de hierboven aangehaalde bewering dat Manhattan gebaseerd zou zijn op de Beemster gestoeld is, er blijkt slechts een gerucht aan ten grondslag te liggen. Wij hebben in geen enkele publicatie over Manhattan enig spoor kunnen vinden van het idee dat de Beemster als voorbeeld zou zijn gebruikt.

Op diverse ‘gezaghebbende’ plaatsen hebben wij gevraagd naar aanwijzingen of bewijzen van de relatie tussen de Beemster en Manhattan, doch geen enkel bevestigend antwoord ontvangen.
In het Museum of the City of New York is in december 2011 een tentoonstelling over het Manhattanse ‘grid’ geopend. Gevraagd naar het ontwerp van het ‘grid’ verklaarde een van de ‘curatorial associates’: “I have not come across anything that mentions Beemster Polder in my research. Many American cities were already planned on grids before New York: Savannah, Washington, D.C., Philadelphia, and Albany–so the grid idea was already in the air. Both grids do incorporate long, thin blocks, but people tend to attribute Manhattan’s blocks to the fact that river access was more important, and therefore there are more east-west streets than north-south avenues. Also, the dimensions of Manhattan’s blocks come from Casimir’s Goerck’s 1796 mapping of New York’s Common Lands. I have no idea where Goerck came up with his plan, so who knows?” (27 juli 2011).

Over de mogelijke ontstaansgeschiedenis van het Manhattanse grid schreef The New York Times van 20 maart 2011: “In contrast to Pierre L’Enfant’s grandiose national capital, the street commissioners adopted what Reuben Skye Rose-Redwood, a geographer and expert on the grid, described as “a physical representation of the Cartesian coordinate system.”
The urban grid goes back beyond Hippodamus of Miletus, the Greek urban planner, who, like the street commissioners, viewed the matrix as a manifestation of “the rationality of civilized life.” New York’s grid inspired planners elsewhere. But nowhere, wrote Edward K. Spann, an urban historian, “was the triumph of the grid as decisive as in America’s greatest city.””

Sommige bronnen suggereren dat de droogmakers van de Beemster na 1612 naar Nieuw Amsterdam vertrokken en daar hetzelfde ontwerp toepasten. Uit onderstaande (later gemaakte) kaart van Nieuw Amsterdam in 1660 blijkt echter dat het toen niet op de Beemster leek.

manhattan1660

De Nederlander Petrus (Peter) Stuyvesant was vanaf 1647 directeur-generaal van de Nederlandse kolonie Nieuw-Nederland, totdat deze in 1664 werd veroverd door de Engelsen. Er is niet bekend dat Stuyvesant zich in die korte maar roerige periode bezighield met het bedenken van een stratenplan; bovenstaande kaart maakt duidelijk dat er voor 1664 helemaal geen behoefte was aan een stadse uitleg buiten “The Wall”, er was ruimte genoeg. Zie voor informatie over Petrus Stuyvesant: Wikipedia.

Het Manhattanse grid dateert van anderhalve eeuw later, op 22 maart 1811 pas verkregen de drie “city’s street commissioners” autorisatie voor het uitrollen van hun Manhattanse grid. Zie voor hun besluitvorming en argumentatie: Remarks of the Commissioners for laying out streets and roads in the City of New York, under the Act of April 3, 1807.

Zou John Adams (1e Amerikaanse ambassadeur van de Verenigde Staten in het buitenland, nl. in Den Haag aan het stadhouderlijk hof, later de 2e president van de VS) de Beemster als model naar de VS kunnen hebben gebracht? De standaardbiografie van Adams door MacCullough heeft een uitstekend zaakregister en de Beemster komt daar niet in voor (wel Amsterdam, uitvoerig). Adams placht werkelijk alles wat hij beleefde op te schrijven, maar de Beemster heeft dus geen rol gespeeld, een bevestiging dat het New Yorkse grid op de hoeken van 90 graden na geen relatie heeft met de Beemster.

“Een interessante gedachte”, zegt P. van Dun van de Rijksdienst Monumentenzorg, die de plaatsing op de werelderfgoedlijst begeleidde. “Maar in de officiële papieren ben ik de relatie tussen Manhattan en de Beemster nergens tegengekomen.” (citaat uit art. door Marc van de Broek in de Volkskrant, 29 juli 1998).

In ondervermelde catalogus bij de tentoonstelling The greatest grid. The master plan of Manhattan 1811-2011 komt de naam Peter G. Stuyvesant wel voor, maar dan als een 19e-eeuwse ondernemer die een park voor zijn deur wilde hebben en daarvoor in 1836 land afstond aan de stad New York (nu op 2nd Avenue, tussen 15th en 17th Street).

Conclusie: het is een ongefundeerde bewering dat er een connectie zou bestaan tussen het ontwerp van de Beemster en dat van Manhattan.

Tekst: Historisch Genootschap Beemster, afd. Beemster Erfgoed, 28 nov. 2011.
Uiteraard staan wij open voor vragen en suggesties betreffende dit onderwerp.
Klik hier om een e-mail te versturen.

Bronnen en aanvullingen:
artikel “200th Birthday for the Map That Made New York” door Sam Roberts in The New York Times, 20 maart 2011.
– “The Legend of New Amsterdam”, door Peter Spier.
In roeden gemeten, art. door Johan de Jong, en Het raster nader bekeken, art. door Michiel Hooijberg in De Nieuwe Schouwschuit 9e jaargang, april 2011, ISSN 1876-0112.
Kunstmatig organisme, Hans Groen.
Rationalizing the landscape: Superimposing the grid upon the Island of Manhattan, doctoraalscriptie van Reuben Skye Rose-Redwood (2002).
Genealogies of the Grid: Revisiting Stanislawski’s Search for the Origin of the Grid-Pattern Town, art. door Reuben S. Rose-Redwood, in Geogr Rev 98 no1 Ja 2008.
Mythologies of the grid in the Empire City, 1811–2011, Reuben S. Rose-Redwood.
– Hillary Ballon, The greatest grid. The master plan of Manhattan 1811-2011. Museum of the City of New York and Columbia University Press, 2012. ISBN 978-0231-15990-6.


 

 2. “Het raster van de Beemster is opgebouwd uit zeemijlen”

Bronnen:
In verschillende publicaties, gedrukt, op internet en op televisie, wordt de laatste jaren beweerd dat het raster van de Beemster zou bestaan uit vierkanten met zijden van 1 zeemijl.

De feiten:
Het ontwerp van de Beemster dateert uit 1610-1611. De zeemijl (1852 m) werd pas in 1635 gestandaariseerd door de Engelse wiskundige Richard Norwood, als de lengte van één boogminuut van een meridiaan op de 45e breedtegraad.
Het raster van de Beemster werd volgens de Kavelconditiën van 1612 opgebouwd uit vierkanten met een oppervlakte van 100 Rijnlandse morgen. Hieruit volgt dat de vierkanten zijden hebben van 248 Rijnlandse roeden (934 m), en dat de wegen dus 496 Rijnlandse roeden (1868 m) uit elkaar liggen (hart op hart).

Conclusie: feitelijke onjuistheid, bij het ontwerp van de Beemster is de zeemijl niet gebruikt.

Tekst: Historisch Genootschap Beemster, afd. Beemster Erfgoed, dec. 2011.
Uiteraard staan wij open voor vragen en suggesties betreffende dit onderwerp.
Klik hier om een e-mail te versturen.

Bron:
In roeden gemeten, art. door Johan de Jong, en Het raster nader bekeken, art. door Michiel Hooijberg in De Nieuwe Schouwschuit 9e jaargang, april 2011, ISSN 1876-0112.