Vrijdagavond 9 november is Kees ’t Hart onze gast.
Deze avond is de derde van een reeks avonden waarbij een auteur in het Betje Wolff Museum op bezoek komt en geïnterviewd wordt over zijn of haar werk.
Alexander Reeuwijk gaat met de gasten in gesprek.
Kees ’t Hart debuteerde in 1988 als prozaschrijver met de bundel Vitrines. In de jaren daarna verschenen met name romans, maar ook twee dichtbundels: Kinderen die leren lezen (1998, bekroond met de Ida Gerhardt Poëzieprijs) en Ik weet nu alles weer (2008). Ook schreef hij talloze essays en kritieken. Recente romans zijn Hotel Vertigo, Theatro Olympico en Wederzijds. In deze laatste vorig jaar verschenen grimmige komedie over burenoverlast spatten ironie en hilariteit van de bladzijden.
In 2004 verscheen zijn boek Ter navolging. Een roman waarin Vincent Gorter ontdekt dat hij de laatste mannelijke nazaat is van de achttiende-eeuwse schrijfsters Betje Wolff en Aagje Deken. Wanneer hij uitzoekt hoe het precies zit, stuit hij op onvermoede kanten uit het leven van beide schrijfsters.
En nu…. komt hij in het museum vertellen over zijn werk. Op de zolder, naast Kipperust, de werkkamer van Betje Wolff. We vinden het heel leuk dat hij komt.
De avond begint om 20.00 uur met een inloop vanaf 19.30 uur met koffie en thee. Na afloop is er tijd voor een hapje en een drankje, het bekijken van boeken en met elkaar in gesprek gaan voor wie dat wil.
Reserveren alleen per mail: boekenbijbetje@gmail.com
Datum : vrijdag 9 november 2018
Tijd : 20.00-21.30 uur (inloop vanaf 19.30 uur)
Plaats : Betje Wolff Museum, Middenweg 178, 1462 HL Middenbeemster
Gast : Kees ’t Hart
Toegang: 10 euro (geen pin betaling mogelijk!)
De laatste gast van het jaar is Mensje van Keulen, het museum verwelkomt haar op 14 december. Voor deze avond zijn er geen plaatsen meer beschikbaar.
Nelleke Noordervliet, zij was op 14 september jl. te gast, liet nog een hartverwarmende reactie achter:
“De zolder van Betjes huis is een warme en intieme plaats voor een schrijver en een lezer. Een zolder vol herinneringen aan vroeger.
Daar geïnterviewd te worden voor een belangstellend publiek was een feest.
Alexander Reeuwijk had zich perfect voorbereid en zorgde ervoor dat het gesprek niet langs de gebaande paden liep.
Ik voelde me welkom. Moge dit kostelijke museum nog lang bewaard blijven en veel schrijvers en lezers ontvangen!”