Het Noord-Hollands Dagblad heeft eind 2009 een verhalenwedstrijd uitgeschreven. Eén van de bekroonde vijftig verhalen was: ‘Zijn molenhart pompte dankzij vier wieken’ over de Beemsterling Jan van Egmond, geschreven door Pieter de Hart, een oud-Beemsterling, thans wonende in Grootschermer. Kort voor zijn 99ste verjaardag van Jan Van Egmond, die gedurende veertien jaar zijn buurman was, heeft De Hart hem uitvoerig geïnterviewd. Hij heeft ook informatie gebruikt van de website Poldersporen.nl.
Zijn molenhart pompte dankzij vier wieken
Veertig watermolens hebben de Beemster drooggemalen. De laatste vier werden medio 1888 gesloopt. Net als al die andere waren ze niet meer nodig dankzij de invoering van stoombemaling in de tachtiger jaren van de negentiende eeuw.
De geschiedenis zag je daarom alleen als je op de dijk stond en de Schermer molens genoegzaam met hun trots draaiende wieken terugzwaaiden. Het oog verlustigde zich ook aan de goddelijke schoonheid van de Nekkermolen. De Beemster zelf was haar aangename oorsprong dus compleet kwijtgeraakt. Molen De Nachtegaal (uit 1614 en in 1669 herbouwd) was tenslotte maar een korenmolen (tot 1987).
De wedergeboorte van Jan Adriaensz. Leeghwater deed het molenhart in de polder weer een stuk sneller pompen. Hij luisterde naar de naam Jan van Egmond en verhuisde (1902) met zijn ouders van Oterleek naar de Beemster. In 1923 kocht hij een woning met werkplaats aan de Middenweg in Noordbeemster. Daar lieten boeren hun messen slijpen, werden lekke fietsbanden geplakt, (brom)fietsen gerepareerd en werkte hij in zijn kleine smidse. Dat allemaal na jaren brievenbesteller te zijn geweest.
En… hij bouwde watermolens. Zonder tekening, maar wel op schaal! Meer dan 50 molens totaal, soms met een houten binnenwerk. Zijn pronkstukken brachten onlosmakelijk het ontstaan van de droogmakerij weer binnen de Beemster dijk. Dat werd gewaardeerd.
Ter gelegenheid van het 325-jarig bestaan van de Beemster (1937) werd op een erepoort het verschil in bemaling getoond. Met een miniatuur stoomgemaal én… een door Buurman Van Egmond gemaakte miniatuurmolen!
Met regelmaat schoof ik aan tafel in zijn knusse huiskamer. Als Buurman na de warme maaltijd en het middagdutje zijn gestopte pijp met een lucifertje aangestoken had dan straalde de verliefdheid voor molens van zijn gezicht. Nadat de thee ingeschonken was, kwamen de verhalen los. In de rij kastjes onder het brede voorraam lag zijn tweede geheugen opgeslagen. Dat deelde Buurman met De Waterlander-krant. Een schoolschriftje was de inhoudsopgave. In tientallen oude behangboeken konden de artikelen over boerderijen, molens en over gebeurtenissen van weleer worden teruggevonden. De krant drukte en Buurman plakte de historie bij elkaar. Na een: ’tot morgen’ ging je dan met een warm gevoel huiswaarts. Je was weer helemaal bij.
En zijn eigen molens? Bijna allemaal verkocht, behalve de watermolen in het voortuintje, een aantal op het dak van de smidse en een ruim 6 m hoge bij zijn boomgaard achter. Ach, aan Verzonken molenwiek, geplaatst door Beemsters Welvaart in 2007windkracht had deze prachtige miniatuur niet zo’n behoefte. Ze werkten wel allemaal zoals het hoorde, maar het ging vooral om het aanzicht. Dáár genoot je van!
Jan van Egmond deed wat zijn molenhart hem ingaf. Hij was onverwoestbaar enthousiast en wist werkelijk alles van molens. Hij had de Beemster historie opnieuw tot leven gebracht. Probeerde hij zo het aanzien van de Schermer aan te tasten? In tegendeel! Hij bleef altijd een eregast van de Schermer molens. Want die echte molenhistorie aan de andere kant van de Beemster dijk omarmde zijn inspanningen ten volle.
Helaas, onontkoombaar, ook voor Buurman gingen de wieken in rouwstand: Jan van Egmond 1893 – 1992.
Tekst: Pieter de Hart
Zie ook: Poldersporen.nl